maandag 24 september 2012

STREKEN



Even een wandelingetje met de hond. Hij heeft natuurlijk ook zo zijn noden. Ik ben een eindje doorgefietst en stap dan af om op een bankje te zitten wachten. Mijnheer neemt alle tijd. Een snuffel bij polletje A: aha, die wollige witteke is langs geweest, klein, maar brutaal. Polletje B: ohh, wacht eens: de twee Grey Hound dames hadden bezoek. Ik ben helemaal leip van de jongste, maar ze rent altijd met die lange poten van me vandaan…. Zo stel ik het me tenminste voor, want mijn hond ‘leest’ alle graspollen zeer zorgvuldig, alsof hij de krant aan het uitspellen is. Een hoop berichten en verhalen zijn er te lezen in de diverse graspollen. Allemaal prima, want ik zit hier lekker in het zonnetje en het is tegen verwachting in, best wel warm. Met een half oog zie ik dat mijnheer nu wel een beetje dichterbij is geslenterd, hier en daar een plasje plegend, nog een snuffel hier en daar. Helemaal lekker in zijn gedoetje sla ik het gade. Dan gaat mijnheer een beetje ronddraaien. Aha, nu komt de grote boodschap en zijn koppie steekt dan ook een beetje vaag kijkend omhoog uit het gras. Ondertussen is er gezelschap gearriveerd. Een ruwhaar teckel snuffelt eens bij hem. Mijn hond is nog bezig en het begroetingsritueel zal nog even moeten wachten. Mijnheer teckel weet al genoeg en hobbelt achter zijn baasjes aan die nu rechtsaf slaan, het pad met de sloot erlangs.


Ik besluit dat het wel mooi geweest is nu en pak de riem om hem aan te lijnen. Vrolijk komt hij aangehuppeld en ik geef het commando ‘zit’. Boris mindert vaart en nét als ik hem bij zijn halsband wil grijpen, neemt mijnheer een sprintje, zo onder mijn handen door en verdwijnt uit het zicht, de sloot in. Vervolgens komt hij eruit, slentert wat hier en daar en laat zich dan uiteindelijk toch aanlijnen. Terwijl hij naast de fiets loopt, kijkt hij me triomfantelijk aan. Dat heb ik weer mooi geflikt! Ik zweer het dat hij me gewoon aan het uitlachen is. Erger is dat hij dit kunstje niet bij Piet uithaalt, die ook steeds beweert dat ik geen moer te vertellen heb over mijn hond. Mijn Golden kijkt nog eens omhoog een smile op zijn snoet. Piet heeft gelijk. Mijn hond lacht me uit.









donderdag 20 september 2012

Oorlogsvoering



Gadverdamme, ik haat steunkousen. Het klinkt niet sexy, het ziet er niet sexy uit en het is ook niet sexy. Iedereen weet al lang en breed dat het gewoon géén porum is. Punt. De associatie laat zich raden: oude wijven, stijve gepermanente krulletjes, van die speciale schoenen (zeker geen leuke hakken, die hoewel ze voor geen meter lopen, iets moois doen voor je benen) een muffe oude geur en bovendien het gevoel stokoud te zijn en afhankelijk. Nee, gewoon lelijk.

Geen wonder dat ik er tot nu toe gewoon niet echt aan wilde. Afgezien van de lelijkheid, is het bovendien een ware worsteling om ze aan en nog meer om ze weer uit te krijgen. Net als iedereen verstopte ik ze onder mijn lange broek, die ik eigenlijk alleen maar draag. Gelukkig zijn rokjes en jurkjes aan mij niet besteed, afgezien van de eenmalige uitzondering: een trouwjurk. Maar in de zomer is verbergen wat lastiger en helemaal natuurlijk als je een fietsbroekje draagt bij het klussen en schilderen. Dus had ik ze maar uitgelaten. Stóm, stom, stom. God straft mij bikkelhard voor mijn ijdelheid met een dik rood onderbeen. De benaming is wonderlijk poëtisch voor iets wat behoorlijk veel pijn doet: wondroos.



Nu: met wondroos ziet je been er ook bepaald niet sexy uit en met de pijn is seks wel het laatste waar je gedachten naar uitgaan. De arts die het hoe en waarom aan mij uitlegde was overigens wel een sexy jong ding, met van die leuke donkere krulletjes. Tja, mijn ogen blijven die dingen nu een maal registreren en kijken mag, niet waar meiden? Er kwam een heel verhaal met oorlogsgebieden, belegerde kastelen en onderwater gelopen velden, waarop ik in de lach schoot en de arts mij lichtelijk verwijtend aankeek: als hij even zijn verhaal mocht afmaken….? Zijn analogieën waren bij nader inzien niet helemaal correct, maar laat ik zeggen dat ik de strekking begreep, hoewel we geen van beiden veel kaas hadden gegeten van de tactische belegering van een Middeleeuws kasteel. Nou ja, dat is ook weer een vak apart.



Laat ik nu maar hopen dat het stomme verband de velden drooglegt, zodat mijn soldaatjes lekker de vijand in de pan hakt. Voor de rest moeten er nodig wat restauratie werken uitgevoerd worden aan de fundamenten van mijn kasteel. Het cement is een anti-schimmelzalfje dat de kieren en gaten moet dichten, zodat de vijand niet stiekem binnendringt. Dat is tenminste het plan. Nog een klein verzoekje: Lieve God, als ik nu plechtig beloof mijn kousen te dragen, wilt u dan nog even met wat bliksempjes hier en daar de vijand wegjagen? Mijn dank zal groot zijn. En oh ja, ik zal letten op ijdelheid, die bezorgt ons vrouwen behoorlijk wat problemen. Sorry dat ik het zeg, maar dat is een béétje een constructiefoutje. Misschien dat u dat mee kunt nemen in het volgende model?




woensdag 29 augustus 2012

Jan Steen


Als 17e eeuwse schilder zegt de naam misschien niet zo veel, maar het gezegde: een huishouden van Jan Steen des te meer.
 
 

Nu, daar weet ik alles van. Wij hebben zo’n huishouden. Druk , chaotisch, rommelig. Altijd is er wat. Hoe kan het ook anders met een mannenhuishouden. Daarbij zijn de ADHD-ers in de meerderheid hier. Het is dus bijna godsonmogelijk om dit huishouden op orde te krijgen én te houden.  Vaak heb ik pogingen ondernomen in de vorm van mooie plannen en slimme projecten. Allemaal heel doordacht en logisch, maar het wilde maar niet van de grond komen. Het zat hem in het consequent volhouden. En dat nu is iets waar ADHD-ers de grootste moeite mee hebben. Nu gebleken is dat ik zelf aan dit euvel lijdt, begrijp ik ook wel waar het aan schort.

Een keurig huishouden heb ik overigens nooit nagestreefd, dat was meer iets voor de burgerlijke tutjes. Het huishouden is gewoon niet mijn ding. Ik ben er ook niet goed in en heb er nooit een klap aangevonden. Maar… ik haat het te moeten toegeven – de ‘tutjes’ hebben helemaal gelijk. Er is beslist iets voor te zeggen om alle dingen weer te kunnen terugvinden. Opgeruimd, logisch ingedeeld en de administratie in orde.

Het moet nu echt, een reorganisatie. Ons huis is dicht geslibd  en de papierberg groeit ons boven het hoofd. Tot mijn grote verbazing kondigde mijn man aan dat we een gezinsmeeting moeten houden, met als onderwerp – je raadt het al – de organisatie van ons Jan Steen-huishouden. Ik heb hem de hemel in geprezen wegens zijn geniale idee. Eerdere pogingen mijnerzijds werden niet bereidwillig ontvangen. De tijd zal wel niet rijp zijn geweest – de rommel nog te overzien. Ik hou jullie op de hoogte van onze moedige pogingen om ‘schoon schip te maken’.


PS.
bovenstaand stukje was voor 'Vriendin' die recentelijk om columnisten vroeg. Wie niet waagt, wie niet wint....... dus vooruit maar.
Niet een van mijn meest briljante stukjes, maar het maximum aantal woorden beperkte mij nogal.

Seks (mijn 'recensie' van Fifty Shades of Grey)




Zonder seks, zou onze soort niet meer bestaan. Een waarheid als een koe, om even niet te vergeten dat de drang diep in onze genen is verankerd. Dus vanaf onze pubertijd begint het gedonder,  aangezien we niet als beesten op elkaar duiken zodra de lust opduikt. We zijn opgevoed op een bepaalde manier in een bepaalde cultuur en dat bepaalt grotendeels hoe we met seks omgaan en hoe we ertegen aan kijken. En dat zorgt voor problemen: enerzijds je lijf aangestuurd door massa’s hormonen. Je bent nog maar nauwelijks gewend aan je lichaam dat fundamenteel is veranderd of je krijgt die kriebelige, zweterige, ongemakkelijke gevoelens voor de andere sekse (of voor dezelfde sekse dat kan ook natuurlijk). Anderzijds krijg je van alle kanten soms tegenstrijdige informatie, wordt je geconfronteerd met waarden en normen op dit gebied, gevoelens van schaamte en ongemak, want seks, tja dat is toch een heet hangijzer. Goede objectieve informatie helpt volgens mij een slok op een borrel. Maar dat willen we misschien niet altijd. Want ‘were is the romance in that’?

We zijn er op allerlei manieren mee bezig, behalve dan zelf aan seks doen. Er bestaat erotische kunst, schilderijen, beelden, gebruiksvoorwerpen. Er wordt over geschreven, gezongen en ga maar door. Niets nieuws onder de zon.

En dus lees ik een boek als Fify Shades of Grey, dat enorm gehyped is. Uit nieuwsgierigheid heb ik het boek gekocht. Inmiddels ben ik op blz 60 en werpt het hoofdpersonage alleen maar zijdelingse blikken van onder haar wimpers vandaan naar het voorwerp van haar opwinding en bloost wat af. Hemeltjelief, wat worden we weer in de maling genomen en wat is het ongeloofwaardig in deze tijd dat een meid van 21 met een goed stel hersenen en een goede opleiding (Engelse literatuur) zó op een man zou reageren. Dat is behoorlijk clichématig en waar heb ik dat eerder gelezen? Juist ja, de vampier serie waar het hoofdpersonage een stuk jonger is, dus misschien scheelt dat  en waar er pas in het derde boek sprake is van seks. Je geduld wordt aardig op de proef gesteld. Een andere overeenkomst tussen beide hoofdpersonages: het zijn klungelige meisjes met een slechte motoriek, die bij het minste of geringste (dreigen) te vallen en dan door hun held gered moeten worden. De dames worden overweldigd door de mannelijke geur en……… oh waugh ze zijn helemaal hoteldebotel.  Nog een overeenkomst: de meisjes zijn gewoon gemiddeld, geen seksbom figuur, pronte tieten of een strak kontje. Gewoon middle of the road zoals volgens mij bijna iedereen. Maar nee, deze meisjes voelen zich minderwaardig  of op zijn zachts gezegd de mindere.  

Goed, pas bij blz. 110 komt de seks aan de orde. En vanaf dat moment wordt er aan een stuk door geneukt. Nu in boek 3 heb ik het eigenlijk wel weer een beetje gehad. Het feit dat de seks wat kinky is met bondage, whipping, maakt dat iedereen – nou ja, de vrouwelijke helft dan - het met rode oortjes wil lezen. Toch wordt het saai, want het verhaal op zich is niet erg bijzonder of spannend.   Net als in de Bouquetreeks gaat het over een mega rijke man: een Griekse reder, superrijke Spaanse edelman, een vurige Mexicaan enzovoorts. De nogal seksistische en dominante neigingen zijn dan terug te voeren op de landsaard. Dat hier nu ook weer een immens rijk zakenman ten tonele wordt gevoerd, maakt dat ik het ieder geval een weinig origineel gegeven vind.

Er worden SM aspecten beschreven tijdens de seks. Aangezien ik zelf niet in SM kringen verkeer, kan ik er weinig over zeggen. Wel vraag ik me af of je gelijk vanuit een maagdelijke situatie en met een Amerikaanse (per definitie een redelijk puriteinse) opvoeding, je gelijk op je gemak bent met dit gegeven. Het zou mij niet verbazen als dit twijfels oproept in te trant van: Ben ik ‘normaal’ als ik dit opwindend vind? Maar kennelijk heeft de hoofdpersoon hier geen last van, omdat ze zwaar voor Grey is gevallen. Het is ‘hot’, maar volgens mij gaat de schrijfster hierin niet tot in het uiterste.

Ronduit irritant vind ik het oproepen van een subego als de ‘inner Goddess’ en het onderbewustzijn als een pinnige schooljuffrouw die als het ware commentaar geven op de situatie door op een bepaalde manier te kijken of flicflacs van opwinding uit te voeren. De eerste keer is dat nog wel grappig, maar de lol is er snel af.

Qua tijd wordt alles lineair verteld vanuit het vrouwelijke hoofdpersonage. Pas in het derde boek worden er flashbacks gebruikt en wordt ook niet meer elke neukpartij van a tot z uit de doeken gedaan. Dat geeft ruimte voor verhaallijnen, zoals het feit dat een ontslagen medewerker misdadige plannen heeft. Helaas, echt spannend wordt het niet. De karakters van de personages blijven vlak en weinig interessant. Bovendien is het nogal vergezocht om de vroegere problematische jeugd te koppelen aan de behoefte om te controleren en SM.  De SM scène is daar niet zo bij mee. SM schijnt namelijk een keuze te zijn, een leefstijl.

Mijn conclusie is dat de trilogie niet boven het niveau van de bouquetreeks uitstijgt. De schrijfster heeft alleen véél meer woorden nodig om het verhaal te vertellen, dat niet echt bijzonder is. Als je het zitvlees hebt om bijna 1000 pagina’s te lezen, be my guest. Wat het wel is: erotisch en pornografisch. Daar is niets mis mee, zo nu en dan als je ‘zin’ hebt. De kerels hebben zo hun eigen vertier en voor de dames is er dit: ‘mummy porn’ – een term die ik helaas niet zelf verzonnen heb, maar de lading wel dekt. Misschien dat ik me maar ook aan dit genre ga wagen, ik weet alleen niet of ik dat ga publiceren.

Fijn oud!


Om de een of andere reden zit ik met een fotoalbum op schoot. Traag blader ik het door. Dan valt mijn oog op de foto van een bijzondere gebeurtenis.  Wow! schiet het door me heen, wie is die aantrekkelijke dame? Natuurlijk wéét ik wel dat ik het zelf moet zijn, maar de jonge enthousiaste stralende vrouw die ik daar zie, staat wel ver van me af nu. Het schattige blonde jochie viert daar zijn eerste verjaardag en nu moet ik tegen hem opkijken. Het blonde haar is grijs geworden en wat ben ik daar slank! Wat ook onmiddellijk opvalt is mijn brilloosheid en het gebrek aan rimpels.

Dus daar zit ik dan met bril, geverfd grijs haar en rimpels te kijken naar hoe het was. De veranderingen zijn in wezen een natuurlijk proces. Alles wordt geboren, maakt een periode van groei door en sterft op een gegeven moment. Zo zit de natuur grosso modo in elkaar. Maar dat willen we met zijn allen niet. We willen niet dood (enkele uitzonderingen daargelaten) en we willen jong blijven van lijf en leden en daarvoor gaan we heel ver. (te ver?)

Toen ik nog klein was, droegen oma’s hun haar grijs, in een knotje of stijve krulletjes. Hun kleding was ouwelijk, vaak zwart . Niks modieus, make-up was voorbehouden aan een ‘rare trien die maar niet oud wilde worden, nog naar mannen lonkte en waar men schande van sprak. Oude mensen deden ook oud aan in gedrag en opvattingen. Nu heb ik niet over mijn eigen oma – dat van de knot en de verre van modieuze kleding daargelaten – zij was een portret, een harpij. Maar ik weet nog dat ik veel bewondering voor haar had. Ze deed geen enkele moeite om er goed uit te zien, maar ze had beslist voldoende levenslust. 

Als ik nu kijk naar dames van een bepaalde leeftijd, voel ik me heel ongemakkelijk. Dames waarvan ik wéét dat ze rimpels moeten hebben gezien hun leeftijd, maar die met een glad poppengezicht door het leven gaan. En vals denk ik dan dat er geen houden aan is: je kan wel aan de gang blijven. Je kunt nu eenmaal niet je handen botoxen of je nek en decolleté. Alles is zonder uitzondering onderhevig aan natuurwetten. Tenzij je geen noemenswaardige borsten hebt (en wees nu niet gelijk beledigd, dames met cupje A t/m B) is de wet van de zwaartekracht op je hele lijf van toepassing.  Op een natuurwet zijn helaas geen uitzonderingen. Het betekent dat je borsten zich zuidwaarts gaan verplaatsen. Helaas!



Natuurlijk ben ik best jaloers op de mooie jonge vrouwen, maar dat is eigenlijk meer om het verlies aan illusies dan om het verlies van een gladde stevige jonge huid. Blijft dat het best móói is, alles wat jong is, maar waarom is er geen waardering voor oud of middelbaar? Vintage is toch hip? En wat dacht je van antiek? De herfst vinden we toch ook mooi met de prachtige rode, gele en bruine bladeren, de geur van verval die aangeeft dat alles weer opgeruimd wordt? Een reusachtige eik is zo reusachtig geworden door jaren van groei. Klassieke muziek gaat over de tijd heen en er zijn mensen die vallen op oldtimers. Super dure fluwelen cognac of whisky heeft ook jaren moeten rijpen. Hoe ouder hoe beter. Zo’n gezegde als ‘wijsheid komt met de jaren’ is er toch ook niet voor niets?
Ik wil niet meedoen aan de ratrace van botox, personal trainer, designer vagina en het nieuwste dat beter is dan botox, maar niet met name werd genoemd door La Paay. Overigens heb ik er ook het geld niet voor en voor over. Ik vind het prachtig dat Nelleke van der Krogt (presentatrice van Tussen Kunst & Kitsch) het verrekt om haar haar te verven en een grote bril op haar snuit zet. Zo, die zit! Om deze dame kun je niet heen. Ik wilde maar dat meer vrouwen ‘gewoon’ doen over hun leeftijd en hun verlies van jeugd nemen, omdat er ook iets moois voor in de plaats komt:

levenswijsheid.


donderdag 2 augustus 2012

Tochtje met een bochtje


Een uitje leek ons een goed idee, lekker op de fiets, mooi weer. Ooit had ik al een boekje met fietsroutes gekocht. Het leek Piet leuk om de Beeckesteyn-route te rijden en en passant kasteel Brederode te bezoeken. Ik had uitgezocht dat we het beste naar Santpoort-Zuid konden reizen en vandaar de route rijden. Alleen een klein probleempje, de overstap. Daar had Piet helemaal geen trek in, dus moest het Haarlem worden vanwaar we de route zouden beginnen.

Goed, de Beeckesteyn-route. Per trein, fietsen mee, naar Haarlem en dan daar de route oppikken. Dat was lastiger dan verwacht, want hoe kwam je daar? Geen enkele aanwijzing te vinden. Maar je zou in Bloemendaal ook de route kunnen oppikken. Dus dan moesten we daar maar naar toe rijden. We zijn ook in Bloemendaal aangekomen – dat lukt ons nog wel – maar ik heb werkelijk geen idee hoe je het voor elkaar krijgt om in een redelijk vlak Nederland -Noord-Holland nota bene - een heuse berg te vinden en die dan op te rijden. Ineens vroeg ik me af of ik nog wel in Nederland was. Er kwam maar geen einde aan. Inmiddels had ik afgehaakt en moest gaan lopen. Na elke bocht hoopte ik dat ik dan nu de top bereikt zou hebben, iets wat ik verschillende keren heb gedacht vóórdat de weg eindelijk naar beneden kronkelde. Bij de afdaling zag ik dat het de Hoge Duin en Daalse weg heette. Veelzeggend. Een dergelijke naam moet alle alarmschellen in werking stellen, maar we zagen hem pas bij de afdaling.

En na alle omzwervingen hadden we nog geen enkele keer een bordje Beeckesteyn route gezien. Bestond die route wel of hadden ze die bij de ANWB inmiddels geschrapt? Het boekje was ook al een paar jaar oud. Ik had me voorgenomen om maar eens een pissige brief te schrijven naar de ANWB. Mijn humeur was ook niet meer zó zonnig als aan het begin. Een beetje fietsen door een stad of centrum van een dorp is nou niet echt geweldig qua uitzicht, geen steek opgeschoten.  En dan die berg! We kwamen op een gegeven moment weer uit op een bekend ogende plek. Jawel, hier waren we al geweest en dat zei ik ook tegen Piet. Die was inmiddels helemaal verbeten om die verhipte route te vinden, kostte wat kost. Eerst deed hij volgens mij maar wat en toen hij eindelijk toegaf het ook niet meer te weten, ging hij de weg vragen. Er stonden twee vrouwen bij een kruising. Terwijl de ene uitleg gaf begon gelijk de andere tegen mij aan te kletsen en dat bleek later de crux te zijn.

We kwamen aan bij station Santpoort-Noord, dronken al staande wat en stapten weer op. De mannen dus, bij mij bleek de fietstas tussen de spaken te komen en dat moest ik even verhelpen. Toen ik weer opstapte zag ik ze niet meer, bij de volgende kruising ook al niet. Waar zaten die gasten? Ik weer terug naar het station, daar waren ze niet en evenmin aan de andere kant van de spoorweg. Daar vond ik overigens wel aanwijzingen naar kasteel Brederode. Waren ze nu links, rechts of rechtdoor gegaan? Of wacht, daar was een uitspanning en Piet had verkondigd trek te hebben. Ook daar geen Piet en Joren te bekennen. Wat nu? Ieder ander zou zijn mobieltje al lang en breed gepakt hebben, maar dat had weinig zin. Piet heeft al maanden een mobiel van school met een dubieuze werking en die had na maanden van gesputter de vorige dag totaal de geest gegeven.

 ^ + ^^ dit uitzicht kon ik wel dromen.

Wat dan? Goede vraag. Ik heb uiteindelijk een uur bij de spoorwegovergang staan wachten, dáár waar we elkaar waren kwijtgeraakt. Ondertussen mijn opties bekijkend. Zou ik hier maar gewoon op de trein stappen naar huis? Ik had het ondertussen hélemaal gehad met deze tocht, hoewel het geen vrijdag de 13e was, zat het bepaald niet mee. Net toen ik bedacht dat ik nog 10 minuten zou wachten, kwamen ze aanrijden van de andere kant van het spoor. Ik heb niet eens gevloekt en/of getierd, zo opgelucht was ik. Het beste, vonden we, was om maar even naar die uitspanning te gaan en even wat te drinken.  Piet had al die tijd gedacht dat ik wist waar we naar toe zouden gaan, maar ik had geen idee gehad omdat ik vanwege dat geklets van mevrouw 2, de uitleg van mevrouw 1 had gemist. Hoe de misverstanden de wereld in komen en hoe communicatie of het gebrek eraan (ook in technisch opzicht) zwaar weegt.

We hebben onze tocht vervolgd richting Haarlem om daar te gaan eten. En ineens vonden we overal de Beeckesteyn-route bordjes! Rustig het uitzicht bewonderen was er niet meer bij. De lucht begon wel erg dreigend te worden en in de verte hoorden we het gerommel. Hard doorfietsen dus. In Haarlem-centrum de fiets bij de kerk gezet, het begon al met spetteren en restaurant Oro binnengegaan. Gewoon op de gok, we hadden zin in Italiaans. Het bleek een leuke tent, met geweldig eten en een prachtige binnentuin waar je ook had kunnen zitten als het niet inmiddels gestortregend had. Daar hebben we verder niet veel van meegekregen. Het eten was subliem en dat maakte veel goed.













En zo’n tochtje met een bochtje…. Ach dat levert dan weer een verhaal op. Bij dezen.

donderdag 26 juli 2012

Vrijdag, deel 2: Het parfum

Het eerste deel is eigenlijk een 'af' verhaal. Maar zoals dat gaat met inspiratie, dit kwam op als ....
Vandaar een extra vervolg.


Vrijdag deel 2: Het parfum

Natuurlijk liet ik me gerust stellen door mijn man. Als hij op zijn best was, kon hij reuze charmant zijn. Deze avond was hij in een uitzonderlijk beste stemming. Hij praatte geanimeerd, maakte grapjes en gaf me lieve complimentjes. Aangezien dat redelijk uitzonderlijk is, ging ik geheid door de knieën. Vanavond was ik eens niet ‘one of the guys’. Toch bleef de sfeer in het restaurant een beetje vreemd: Alsof er een deken over het geluid lag. Hoewel ik pogingen deed om er achter te komen wat er nou precies niet klopte, lukte het me verder niet om er de vinger op te leggen. Ik gaf het op, volgens mij kreeg ik hoofdpijn. Vast van dat afschuwelijke parfum.

Op een gegeven moment merkte ik de druk in mijn hoofd toenam. Snel pakte ik mijn tas en excuseerde me. In het toilet aangekomen, leunde ik even met mijn hoofd tegen de koele spiegel. In die korte tijd was mijn hoofdpijn aanzienlijk verergerd. Grabbelend in mijn tas, was ik op zoek naar de befaamde roze pillen die uitkomst brengen. Ik liet het glas vollopen en slokte ze weg. Toen rook ik het weer: dat parfum! Of het nu door de hoofdpijn kwam of door iets anders, ik werd acuut misselijk en kreeg een vieze smaak in mijn mond. Hevig slikkend dook ik het verste toilet in en knielde voor de wc-pot, maar nee, hoewel ik nog steeds hevig misselijk was, kwam er niets.  De parfumgeur werd sterker, vergezeld door hakken die nadrukkelijk klikten op de marmeren vloer.  Het gevoel dat ik hier wegmoest was overweldigend, maar op een of andere manier kreeg ik de deur niet verder open dan een smal kiertje.
Zij! Ze stond voor de wastafel en stiftte haar lippen. Ik kon mijn ogen niet van het tafereel losmaken. Haar spiegelbeeld klopte niet. Dit was een andere vrouw als daarstraks. Bevreemd keek ik nog eens goed, haar jurkje was gelijk, de ballontieten, de stiletto hakjes, haar blonde golvende haar, alles wat ze droeg was hetzelfde, alleen haar gezicht niet. Het leek ….. ouder? En toch zag ik geen enkele rimpel. Haar gezicht leek steenhard. Het was alsof ik naar twee over elkaar geschoven foto’s zat te kijken. Onder het beeld van de jonge vrouw zag ik dat van een veel, veel oudere vrouw. Het schimmerde me voor mijn ogen en mijn misselijkheid nam toe. 
Ondertussen zette ze haar gehakte voet op een taboeret en gleed met haar handen vanaf haar enkels langs haar kuiten en steeds verder omhoog. Ze droeg ragfijne kousen met jarretelles en maakte die opnieuw vast. Ondertussen bood ze me een vol zicht op haar Brazilian wax. Het leek alsof ze een show opvoerde, alsof ze wist dat ik er was. Ze wisselde haar been en ditmaal trok ze haar andere kous omhoog en streelde zichzelf. Toen bespoot ze haar geslacht met dat parfum. Overweldigd door misselijkheid deed ik mijn ogen dicht. Ineens schoot de deur open en stond ze me aan te kijken. ‘Aha, dat dacht ik al’, zei ze met een ironisch opgetrokken wenkbrauw. ‘Lekker?’
Ik kon geen antwoord geven. Haar hand had mijn borst gepakt en streelde mijn tepel en met haar andere hand in mijn nek trok ze me naar haar toe en kuste me vol op de mond. Haar tong was vreemd en rasperig en ik moest kokhalzen. ’Ach liefje toch, wat ben je toch een zielig wezentje. Jammer hoor, je smaakt wel lekker’, likkend langs haar lippen, ‘Helaas, je hebt te veel gezien’ en ze tikte me met haar lange nagel op mijn wang. ‘Maar vooruit, ik laat je gaan en je zielige mannetje ook’. Ze grijnsde breed uit, haar tanden kwamen me vreemd scherp over. Toen draaide ze zich om en liep de toiletruimte uit. Ik kon me weer bewegen en dat was maar goed ook, want nu was ik net op tijd bij het toilet voordat mijn maag zich omdraaide.  Met een nat handdoekje wiste ik mijn gezicht schoon en haastte me naar de eetzaal. De vrouw zat weer tegenover haar partner en keek me vanuit de verte aan. Ze knipoogde terwijl haar parfum weer naar me toe walmde.

‘We moeten weg hier, alsjeblieft, nu meteen’. Mijn man zag wel dat er iets aan de hand was, maar drong gelukkig niet aan op een verklaring. Hij trok zijn portefeuille en liet meer dan genoeg liggen om de rekening te voldoen. Toen pakte hij me bij de arm. Eenmaal buiten op het parkeerterrein, net toen ik in wilde stappen, zag ik een gigantische limousine staan. Zwart, met getinte ramen. Een van de portieren werd opengehouden en toen zag ik de vrouw weer. Een sliert mannen liep in een rij achter haar aan, en allemaal stapten ze in de limousine. De vrouw draaide zich om en ving mijn blik, nog eenmaal likte ze haar lippen af en knipoogde ze me toe. De portieren gingen dicht en de limo gleed weg.

In het hotel heb ik niet veel gezegd. Wát kon ik zeggen? Dat er iets was met die vrouw? Wel dat we naar huis moesten. Nu direct. We hebben alle kleding in de koffers gesmeten en zijn direct gegaan. Op adrenaline en koffie zijn we door het holst van de nacht naar huis geracet. Op de radio hoorden we dat het restaurant was afgebrand, niemand had het overleefd. Oorzaak: waarschijnlijk kortsluiting in de keuken. Een paar dagen later las ik op het internet: Na onderzoek was vastgesteld dat alle geborgen lichamen van vrouwen waren, geen enkel mannelijk stoffelijk overschot was aangetroffen. De onderzoekers stonden voor een raadsel. Ze hielden het erop dat er met de onderzoeksresultaten was geknoeid en zouden de testen opnieuw uitvoeren. Ik denk niet dat de volgende testen een ander resultaat zullen laten zien.